praktijkverhaal
In 2000 verhuisde Martin van der Plas als jonge huisarts van 34 jaar van Drenthe naar Nieuw-Vennep. Zonder patiënten startte hij zijn praktijk. De eerste zes weken huurde hij een kamer aan Welgelegen 29 bij Verheul en Weerman Fysiotherapeuten. Vervolgens zat hij anderhalf jaar in de Portocabins aan de Componisten weg, om vervolgens in een pand in winkelcentrum Getsewoud terecht te komen. Vijfentwintig jaar later is zijn praktijk aan de Lucas Bolsstraat uitgegroeid tot een gevestigde huisartsenpraktijk met een hecht team en een grote patiëntenpopulatie.
Korte lijntjes
Martin: “Wat ik me vooral van die eerste tijd herinner, zijn de korte lijntjes met andere professionals in de wijk. Niet alleen met de apotheek en fysiotherapeuten, maar ook met de wijkagent en het maatschappelijk werk. De wijkagent kwam elke week een bakkie doen. Met het maatschappelijk werk had ik laagdrempelig contact. Die contacten waren enorm waardevol.
Tijden veranderden. De wijkagent ging met pensioen, dat vond ik jammer. Gelukkig zie ik nu weer meer samenwerking met het sociaal domein. Het Wijksamenwerkingsverband Nieuw-Vennep ondersteunt dit proces. We weten elkaar steeds beter te vinden.
Meegegroeid
Veel van mijn patiënten komen uit Getsewoud. In de beginperiode was de populatie opvallend jong: vooral jonge gezinnen die zich in de nieuwe wijk vestigden. Het spreekuur draaide vooral rond de zorg voor jonge kinderen.
De laatste jaren is de vraag naar geestelijke gezondheidszorg sterk toegenomen. Ik schat dat ongeveer 40 procent van mijn spreekuur bestaat uit GGZ-gerelateerde klachten. Mijn patiëntenpopulatie verouderde mee met de wijk. De zorgvraag in de praktijk is daardoor ook verschoven. Ingrijpende levensgebeurtenissen, zoals scheiding, ernstige ziekte of verlies, gaan vaak gepaard met vraag naar GGZ-zorg.
De toenemende druk in de tweede en derde lijn komt steeds vaker bij de huisarts terecht. Door lange GGZ-wachtlijsten staat de POH GGZ onder grote druk. Samenwerking met maatschappelijk werk – het liefst zichtbaar in de praktijk – is daarbij essentieel. Veel hulpvragen raken ook het sociale domein. Goede afstemming helpt om patiënten breder te ondersteunen.
Vertrouwensrelatie
Continuïteit van zorg staat voor mij centraal. Ik vind het essentieel dat mensen weten dat ze altijd bij hun eigen huisarts terechtkunnen. Dat vertrouwen vormt de basis van goede zorg. Ik heb contact met meerdere generaties binnen gezinnen. Veel jongere patiënten kennen geen andere huisarts dan mij. Dat langdurige contact blijft bijzonder.
Patiënten zijn steeds beter geïnformeerd. Mensen lezen veel over gezondheid, maar zoeken ook richting. Ik zie dat ze het prettig vinden als ik meedenk en help bij het maken van keuzes.
Het contact met mijn patiënten en hun vertrouwen maken dat ik nog jaren met veel plezier door kan gaan met dit mooie vak! Tot slot: dat ik dit al 25 jaar kan doen, was niet mogelijk geweest zonder de steun van mijn vrouw Monique. Aan haar heb ik veel te danken.”